1990 – heden

Vergadering 19 april 1990

In de vergadering van 19 april 1990 werd het bestuur gevormd. Hans Van Bockstael werd de nieuwe hoofdman, André Vanbelle ondervoorzitter, Mario Verhelle secretaris en Dirk Lesage wipcommissaris. De offici\”ele opening van het domein zou plaats hebben op 26 mei 1990 en de openingschieting vermoedelijk op 27 mei. Voor deze speciale gelegenheid werden er soeptassen aangekocht waarop onze kerk en heks stonden afgebeeld.

Wipschutters van Beselare kunnen de boog weer spannen (Krantenknipsel 1990)

BESELARE – Tijdens het weekend van 26 en 27 mei gaat het gemeentelijk sportveld De Kortekeer in Beselare officieel open. Een heugelijk moment voor de lokale schuttersgilde, die na negen jaar gedwongen pauze wegens gebrek aan degelijke accommodatie, onder een gloednieuwe wip de bogen weer mogen aanspannen. In 1981 viel de schuttersgilde uiteen omdat ze letterlijk niet meer wisten van welk hout pijlen maken, zo snel vielen die tegen het beton rond de oude wip aan diggelen. De schuttersgilde hield op te bestaan, maar enkele schutters bleven altijd maar opnieuw op de gemeentedeuren kloppen met de gloednieuwe wip op “De Kortekeer” als resultaat. Die wordt zondag op 27 mei vanaf negen uur ingeschoten.
De redding van de oudste vereniging is het werk van enkele enthousiaste gildenmensen rond de nieuwe en jonge hoofdman Hans Van Bockstael. Hij begon destijds als pijlenraper en schoot al mee vanaf zijn negende. In 1974 en in 1981 mikte hij zich tot koning. Maar 1981 was ook het rampjaar. Slechts vijftien schutters riskeerden nog hun pijlen rond de wip. In de verkavelde wijk was een tennisveld aangelegd, en als de wind slecht zat, vielen resems pijlen er te pletter. Zo schoot hij toen zelf veertien pijlen (aan 200 Fr. het stuk) kapot, en in die omstandigheden wilde niemand nog verder. In 1428 gesticht en Koninklijk geworden in 1953, hield de respectabele vereniging op te bestaan.
Oudere schutters haakten helemaal af, jongeren vonden elders onderdak, en de wip bleef voor schut staan. Toch onderhandelde men verder met de gemeente, maar de plannen werden telkens op de lange baan geschoven. In 1988 rees er weer hoop met het project De Kortekeer, en de gemeente was bereid een nieuwe wip met kooi te installeren. Met Mario Verhelle, André Vanbelle en Dirk Lesage vormde Hans Van Bockstael een dynamische kern om de Gilde weer op te krikken. Ze kwamen bij vele mensen over de vloer waar ze de gretigheid om weer te starten opdeden, en na een tweetal weken telde de groep weer zo’n veertig leden.
En dat is maar een begin, want de werving zal pas met de wekelijkse schietingen goed ronddraaien. Iedereen wordt dan ook uitgenodigd om een boog in de handen te nemen, en er wordt dan wel op de jongeren gemikt (figuurlijk dan). Zelf is Hans er maar 29, en zijn energieke aanpak moet op de jongeren uitstralen.
De breuk is dus gelijmd, en het symbool daarvan is de ketting van koningen die weer bij elkaar werd gesprokkeld. Zo’n Ketting heet in het schuttersjargon “Breuk”. De hoofdman slaagde erin de koningen tot 1938 terug te vinden. Om het verleden niet verloren te laten gaan verzamelde hij al twee mappen foto’s, knipsels, en documenten om een centraal archief aan te leggen. Al dit materiaal is op een tentoonstelling aan de Kortekeer te zien.


officiële opening

1990: Een nieuwe parel aan de Zonnebeekse sportkroon

Onder een stralende zon en een heel ruime belangstelling, werd een parel aan de Zonnebeekse sportkroon toegevoegd, nu het polyvalent sportcomplex, door Burgemeester-senator Maurice Bourgeois voor open werd verklaard. De vele genodigden hadden er blijkbaar hun schik in om alles te bewonderen en rustig keuvelend de toespraken te aanhoren. Gemeentesecretaris Antoon Ghesquiere sprak een dankwoord uit tot de aanwezigen, en gaf dan het woord aan schepen van cultuur Robert Comyn die zijn dank betuigde aan de provinciale overheid voor de welwillende medewerking tot het tot stand komen van wat nu het sportcomplex De Kortekeer wordt genoemd.
Het meest in het oog springend was natuurlijk de splinternieuwe staande wip, “gaaiperse” in de volksmond genoemd, en de Beselaarse schuttersgilde was best in zijn nopjes met het gemeentelijk geschenk. Dirk Cardoen, eerste schepen en tevens oud-lid, deed het eerste schot naar de koningsvogel die voor deze gelegenheid op de wip stond. Zo werd meteen een nieuw startschot gegeven om een van de oudste verenigingen van ons land echt nieuw bloed te geven.

Dirk Lesage haalde de hoogvogel neer. Deze werd door de Hoofdman Hans Van Bockstael aan burgemeester Maurice Bourgeois geschonken als dank voor het toekennen van de wip. Men trok meermaals de vogels op en menigen konden een schot wagen op de 31 meter hoge van een kooi voorziene wip.

Tevens werd de tentoonstelling geopend in het huisje op het domein De Kortekeer. Men kon er heden en verleden aanschouwen. Ook werd voor het eerst de nieuwe breuk voorgesteld. Deze kwam tot stand door onze hoofdman en werd vervaardigd in inox door André Buyse en gegraveerd door Frans Goderis.

Eerste beschrijf 27 mei 1990 om 9.00u.

Voor de eerste keer na vele jaren werd terug een beschrijf georganiseerd. 57 schutters kwamen opdagen, en voor deze gelegenheid had André Vanbelle “Soepeventjes” gemaakt. Die kwamen op de wip te staan. Met ons tweede beschrijf kregen wij al 89 schutters op bezoek, wat wij al als een succes beschouwden.

Nieuwe bestuursleden

Op de vergadering van 12.10.1990 werd de kern van de schuttersgilde uitgebreid; Frans Ostyn en Andy Veeckman kregen een uitvoerig welkomswoord. Ook kreeg de schuttersgilde positief nieuws betreffende een nieuwe ere-voorzitter: Dirk Cardoen, neef van voormalige Hoofdman Marcel Cardoen. Eveneens zou voortaan de schuttersgilde geüniformeerd naar buiten komen, om de gilde wat meer allure te geven. Het hoofdkleur was rood, afwerking zwart; deze kleuren werden gekozen omdat de vlag van St.-Sebastiaan ook rood als hoofdkleur heeft.

Receptie op het gemeentehuis

Op zaterdag 27 oktober 1990 om 17.00u. mocht de “Koninklijke maatschappij St.-Sebastiaan” aanschuiven voor een receptie op het gemeentehuis te Zonnebeke. Aangezien de trainings al een goede week in omloop waren, had de grootste groep reeds zijn training aan, wat gezien de felrode kleur meteen in het oog viel.
Iets over vijf uur nam de burgemeester het woord, met de woorden dat hij zeer tevreden was dat Groot-Zonnebeke weer een van “de oudste actieve” gilden had van het land. Bij hem viel ook het groot aantal jeugdige leden in het oog, wat volgens hem positief is voor de toekomst. Daarna kwam Dirk Cardoen, schepen van openbare werken, aan het woord en hij legde uit waarom hij het ere-voorzittersschap van de schuttersgilde had aanvaard. Hij zag daar drie redenen voor. Zijn vader was zelf lid van de gilde geweest, zelf stond Dirk Cardoen ook nog als actief lid onder de wip te Beselare en aangezien wij terug over een jonge gilde beschikken wist hij meteen dat het geen periodiek bestaan zou zijn, maar wel degelijk een gilde die terug deftig op zijn benen stond.

Omdat er in het jaar 1953 nog geen medaille was bij de “Koninklijk” verklaring van een vereniging, mocht de gilde bij deze gelegenheid deze medaille 37 jaar na de “Koninklijk”verklaring alsnog in ontvangst nemen op het gemeentehuis. Deze werd onmiddellijk aan de breuk vastgemaakt die voor de gelegenheid door André Vanbelle gedragen werd.

Daarna nam de Hoofdman het woord waarmee hij zijn dank betuigde aan het gemeentebestuur omdat zij de gilde een nieuwe kans geboden hadden. Hij dankte alle leden, bestuursleden en personen die tijdens het jaar hun medewerking verleend hadden. Ook de jeugdtrofeeën werden op deze dag aan de man gebracht.
Daarop werd de hoofdman door de jeugdige schutters bedacht met een tinnen schaal en een bloemstuk waarvoor zij wat zakgeld hadden opzij gezet. Een mooi initiatief!

Na het gespeech volgde er een korte receptie en nam de pers enige foto’s. Achteraf werd er nog afgezakt naar “Het Voutje”, waar iedereen nog een glas aangeboden kreeg van de gilde. 1990 werd afgesloten met 56 schietende leden.

Tijdens de koude wintermaanden “kapte” André Vanbelle met veel engelengeduld een prachtig St.-Sebastiaansbeeld, een ongelooflijk mooi stuk sculptuur in eikenhout, van spieren tot teennagels, met alles erop en eraan.
Dit knappe stuk handwerk zou bij iedere speciale gelegenheid van de gilde ten toon gesteld worden, om het geheel nog een beetje allure te geven. André Vanbelle, vriend van jong en oud, gaat bij de St.- Sebastiaansgilde als “nonkel André” de geschiedenis in. Niemand zal ons tegenspreken dat hij een van de steunpilaren van de schuttersgilde is.

Uittreksel toespraak 18.01.1990

We weten allemaal dat overmorgen onze patroonheilige wordt gevierd, en eigenlijk is dit het mooiste moment van de avond. Toen ik voor het eerst aanklopte bij André Vanbelle voor de heroprichting van de gilde merkte ik dat André heel wat meer kon dan boogschieten alleen. Beeldhouwen is namelijk ook een grote passie van hem. Zonder nadenken vroeg ik hem of hij niet eens zou proberen St.- Sebastiaan te beitelen. Hij vroeg me wat tijd, maar wilde er zich toch aan wagen. En hij hield belofte, enkele maanden geleden was zijn werkstuk af. En jullie zullen het met me eens zijn: een pronkstuk dat niemand hem zal nadoen.
Daarom heffen wij het glas op onze patroonheilige en op het meesterwerk van Nonkel André.

Op 16.02.1991 nam de schuttersgilde deel aan de sportbeurs, opgefleurd door tal van demonstraties. Om 17.00u. vond de prijsuitreiking van de sportbrevetten 1990 plaats. Dit gebeurde waar de infostanden opgeslagen waren. Ook de schuttersgilde had er een stand en deze trok opvallend veel aandacht bij de aanwezigen en de leden vielen goed op door hun rode kleur. Voor de gelegenheid was de hoofdman uitgedost met de mantel en schakels van de gilde. In de toespraak van de burgemeester lokte hij de aandacht van de aanwezigen en sprak over het beeld van St.-Sebastiaan, dat gekapt werd door Nonkel André. Na van het schuimend nat te hebben geproefd was het de beurt aan de schuttersgilde om een demonstratie te geven. Voor de gelegenheid stond een liggende wip opgesteld, en een tiental leden van de schuttersgilde demonstreerden hun kunnen. Wel werd de aandacht erop gevestigd dat de gilde hoofdzakelijk schiet aan de staande wip.

Tweede schietpers op domein de Kortekeer

Op 4 april kwam Dirk Lesage bij Hans Van Bockstael langs met het nieuws dat hij een mast voor een tweede wip wist liggen. Toen hij ook de kostprijs vertelde, besloot het tweetal nog dezelfde avond te gaan kijken. In Mariakerke bij Gent aangekomen troffen zij het ganse bestuur in hun lokaal aan. Daar werd een compromis getekend. Onze gilde had zich dus een kolom van een tweede wip aangeschaft bij de schuttersgilde Mariakerke. Na de nodige stappen te hebben ondernomen werd er beslist om deze te gaan afhalen op 18 april. Het vertrek was voorzien om 6.30u. aan de kerk te Beselare, dit om zeker voor de middag terug te zijn… of dat was althans de planning…
Samenstelling van het konvooi: kleine materiaalwagen, tractor en remorque 13.50m. “TransDavid”, containerwagen met Dirk Lesage als chauffeur.
Na een koffie bij een van de techniekers vertrok het konvooi richting Gent. Een blauwe Peugeot sloot zich bij het konvooi aan met nog wat klein materiaal, hoewel hij ook zwaar geladen was. afhaling pers te Mariakerke Eens aangekomen werd zonder problemen de wip uit elkaar gehaald en geladen, het systeem was vooraf goed uitgedokterd door Dirk Lesage. Na de nodige versterking van de inwendige mens en nog wat regelingen ter plaatse stonden we even voor tien uur klaar om te vertrekken richting Beselare. De wip stak een drietal meter uit de camion.De techniekers hadden ondertussen een snelcursus cameraman gevolgd en zo snorde de Audi 80 vanuit het konvooi een eind voorop om het geheel te filmen aan het wegrestaurant te Nazareth. Alles liep gesmeerd…te gesmeerd! Intussen was de Audi 80 op de parking van Nazareth gearriveerd en stonden zij klaar om het voorbij trekkende konvooi te filmen.

En toen gebeurde het… Na een twintigtal minuten arriveerde slechts de containerwagen alleen. Het gezicht van de chauffeur hadden wij nog nooit zo lang gezien als toen. We kregen allemaal een raar gevoel… en terecht. Dirkske was in paniekstemming. Zijn stem klonk een beetje piepachtig van het verschot. Na een zinsherschikking konden we vaststellen dat tractor en remorque in het oog waren gevallen van de zwaantjes, met alle gevolgen vandien. Een zevental processen verbaal werden op onze naam geschreven: geen plakkaat, wip te ver uit de camion, schijf enz… Na een twintig minuten wachten reden we terug naar de plaats van het onheil. Ondanks het voorval was het trio in de camion en remorque nog in een redelijke staat, enkel de rode kleur van het hoofd van de chauffeur was nog niet opgelost. Het resultaat van het bezoek van de zwaantjes was dat ze niet mochten vertrekken alvorens ze een plakkaat aan de camion hangen hadden. De Audi 80 snorde samen met Staf en Oswald terug naar Gent om een dergelijke plakkaat aan te schaffen. Hun wensen werden vervuld in een Scania garage, en zo keerden ze terug. Daarna werd het konvooi terug op gang gebracht tot in Nazareth. Van daaruit werd de Hoofdman opgebeld met het leuke nieuws en na de sanitaire stop werd de reis naar Beselare verder gezet. Aan de afrit kon alles nog eens op band gezet worden, daarna moesten ze zich nog door het verkeer en de koers te Beselare een weg banen naar de Molenhoek. Het gevaarte werd gelost op het eigendom van de familie van de hoofdman, om dan later naar de Kortekeer gebracht te worden. Toen alle werk gedaan was, werd de gebeurtenis van de voorbije dag in “De Elfpenner” doorgespoeld.

Op 20 april werd de verhuis van de wip naar “De Kortekeer” voorzien. Om 6.00u. in de morgen waren veel van onze leden aanwezig op de Molenhoek.
Met de “clark” van Joris Deman werd het gevaarte terug in de camion van Transdavid geschoven, om dan door Dirk met zijn tractor van de containerdienst gelost te worden. Voorzichtig legde men het gevaarte op een karretje en het werd zo al over de kasseien naar zijn bestemming gebracht. Intussen waren we al naar de rechtbank moeten gaan voor al onze processen van die bewuste zwaantjes… en ge moet het maar kunnen uitleggen… we gingen uiteindelijk vrijuit voor alle processen en voor de prijs van 1.600 frank gerechtskosten was alles vergeten en vergeven. aflevering aan De Kortekeer

Plaatsen van de tweede wip

Eindelijk was de beslissing genomen voor de toekomst van de tweede wip.
Dirk Lesage zou de wip zandstralen zodat we een volledige nieuwe laag zouden kunnen zetten. Al het nodige materiaal werd aangekocht en de werken konden starten. Eerst werden de buizen ingelast en werd er een ladder in de kolom gestoken door Dirk Lesage. Dan werd ze gezandstraald en klaargemaakt om te schilderen. Al wie enigszins tijd had, kwam de zaterdag schilderen. De eerste dag werd er in groep geschilderd om verroesten te voorkomen. De drie verdere lagen schilderwerk werden gedaan door Nonkel André die meer miserie had met de slechte weersomstandigheden dan met het schilderen van de wip. Menig uren versleet hij op zijn knieën om het werk af te maken, in totaal 76 uren.
Ook het voetstuk waarop de wip op kwam te staan werd zorgvuldig in orde gezet; het betonnen voetstuk werd in het pas gebracht. Beetje per beetje kwam het ogenblik dat de staande wip eindelijk kon geplaatst worden. Het rechten van de wip ging heel vlot en zonder problemen. Een hijskraan van 36 meter trok het gevaarte de hoogte in tot precies boven het voetstuk, waar de wip moest vastgemaakt worden. Alles paste prima, nog de moeren opdraaien en de hoofdman kon de mast in om deze bovenaan te ontkoppelen.
Daar stond ze eindelijk na drie jaar. Menige woorden waren er in die tijd gewisseld over het al dan niet plaatsen en in gebruik nemen.

Eindelijk klaar voor de kantine

opbouw kantineNa vijf jaar aandringen was het zover, we hadden eindelijk de goedkeuring voor het plaatsen van een kantine. Nonkel André had er de ganse winter aan gewerkt om een volledige bouwdoos te maken van onze kantine naar het plan dat onze secretaris had getekend. Vele werkuren en een stuk uit z’n vingers konden hem niet weerhouden om zijn tijd goed te besteden. Ook schilderde hij de wandplaten vooraf zodat alles klaar was om te starten op 21 april met de opbouw. Het was pas na een persoonlijke ontmoeting van Dirk Lesage met de provincieafgevaardigde dat er schot in de zaak kwam. Eindelijk kregen we de kans om ons belang te verdedigen tijdens een vergadering op het stadhuis. Een koffietafel werd er aangeboden, waren aanwezig Hans Van Bockstael, André Vanbelle, Erik Van Bockstael, de burgemeester en de afgevaardigden van de provincie. Na een grondig overleg opbouw kantine werd de goedkeuring gegeven voor het plaatsen van de kantine.
Op 21 april werd alles op de camion van Joris Deman geladen om ‘s anderendaags vroeg te kunnen starten. Op 22 april was het regenachtig ‘s morgens en we waren al van 6.30u. op de been. Een materiaalwagen werd door Eddy Van Bockstael meegebracht. Met z’n allen klopten we de ruwbouw, met dak en al in één dag in elkaar. Werfleider André was in zijn nopjes omdat het werk zo goed opschoot. Enkelen hielden zich bezig met het aaneentimmeren van de kaders, en Eddy Van Bockstael en Freddy Desmet plaatsten vakkundig de wandplaten.Na de ruwbouw werden de ramen geplaatst. Nadat alles in het droge was werd de toog gemetseld. De toog, van kapitaal belang, 'den toog' draagt nu twee gesculpteerde stenen: het wapenschild van Beselare en de stichtingsdatum. Ook de gegraveerde steen van aan de notelaar in de jaren ’20 kreeg zijn definitieve plaats in de toog. Voor de winter werd er nog een vloertje geplaatst om de boel gemakkelijker proper te houden. De voorzijde van ons nieuwe lokaal kreeg van André Vanbelle een prachtige sculptuur. Eindelijk waren we er geraakt, en het prijskaartje viel nog mee… Een dikke proficiat en merci aan zij die de werken hielpen realiseren: Hans Van Bockstael, André Vanbelle, Freddy Desmet, Pedro Desmet, Dirk Lesage, Mario Verhelle, Eddy Van Bockstael, Christof Van Bockstael, Andy Veeckman, Johny Kwinten, Patrick Sarrazin, Staf David, Sammy Nuytten, Koen David, Frederik Verhelle, Eric Demuyt en Frank Boudry.

1997 – Belgisch kampioen in de gilde

Ieder jaar neemt de Beselaarse schuttersgilde deel met zijn talrijke jeugdschutters aan de voorronden van het Belgisch kampioenschap. De schiftingen 1997 werden georganiseerd te Woesten. De hoogste punten stonden op 16 punten. Sammy Nuytten slaagde erin om in de laatste ronde een doublé neer te halen en zette het totaal op 17 en verzilverde zo een finaleplaats voor kampioen van België.

Op 25 augustus 1996 was het zover. De finale had plaats te Ledegem en een delegatie van onze gilde was er vroeg aanwezig. Er stond een zeer strakke wind. Sammy mocht er als derde van de tien finalisten aantreden. Hij haalde zes punten neer op tien pijlen. Iedereen dacht dat dit te weinig zou zijn om de titel binnen te halen… Maar de strakke wind zorgde voor spektakel… Nico Dillen -gedoodverfd kampioen- haalde evenveel punten als Sammy Nuytten en er moest opnieuw gekampt worden… Na loting mocht Nico Dillen vijf pijlen naar een volle wip schieten. Goedgericht, maar geen punten. Onze jeugdschutter Sammy had aan één blokvogel genoeg om te winnen en haalde die met zijn vierde schot naar beneden. We mochten er genieten van een prachtige hulde. Daarmee werd de vruchtbare jeugdwerking van St.-Sebastiaan Beselare nogmaals mee onderstreept. Op 18 oktober werd de jonge kampioen door het gemeentebestuur ontvangen en kreeg ook de titel van “Sportman van het jaar 1997”.

1998: Nieuwe keizer Mario Verhelle

In 1998 kregen we na 18 jaar een nieuwe keizer. Mario Verhelle wist zich al tot koning te schieten in 1994, herhaalde dit in 1996 en werd ook koning in 1997 na afkamping met hoofdman Hans Van Bockstael. In 1998 kreeg Mario de keuze om zich al dan niet tot keizer te laten kronen. Er werd dan ook rijkelijk gefeest en de nieuwe keizer trakteerde met een reuzetaart aan de leden. Nadien werd er voor een nieuwe koning gestreden en het was Kurt Vanslembrouck die de koningsvogel neerhaalde.

2002 – Voor het eerst een kampioenentitel per ploeg

In 2002 werd de schifting voor het zuid-westland georganiseerd in Staden. Daar kon de Beselaarse ploeg zich plaatsen voor de finale. Er stond veel wind en nu en dan wat lichte regen. De ploeg uit Woesten had de leiding met 35 punten… bij het ingaan van de laatste haalde onze ploeg de hoofdvogel neer en drukte af op 36 punten. Maar zoals altijd zit het venijn in de staart en Ieper Sint-Sebastiaan kon ook 36 punten neer halen. In de afkamping stond er geen maat op de Beselaarse schutters. Ze wonen het tornooi met 18 punten tegenover 12 in vijf kampronden. Na een tweede plaats in 2001 was het nu voor het eerst raak in 2002.

Tijdens de uitreiking van de sporttrofeeën werden zij dan ook gekozen tot sportteam van Groot-Zonnebeke en mocht Freddy Desmet in naam van het winnende team de schaal ”Jerome Decroix” in ontvangst nemen.

Ook bij de jeugd schoten ze met scherp in 2002. Thomas en Siegfried Syx, behaalden bij de scholieren en juniores de titel van kampioen van het zuidwestland binnen.

2003: Sint – Sebastiaansgilde 575 jaar jong


kunstbord

Op 3 mei vierde de schuttersgilde zijn 575ste verjaardag. Ter gelegenheid van dit jubeljaar werd er een nieuw kunstbord vervaardigd. Dit zou het klapstuk van 2003 worden. In samenwerking met de sportdienst en de heemkundige kring van Zonnebeke werd er een groots feest op touw gezet. Dit evenement zou plaats vinden in feestzaal ’t Geluvelt. Voor de gelegenheid stelde Patrick Syx zijn kunstbordenverzameling ten dienste van het gebeuren.

Schuttersgilde St.-Sebastiaan bestaat 575 jaar (heemkring Zonnebeke)

In 1428 vroeg Olivier Van der Woestine, Heer van Beselare, aan Filips de Goede, hertog van Bourgondië de toelating om in zijn heerlijkheid Beselare een schuttersgilde te mogen oprichten. Gezien zijn goede relaties met de hertog als ridder-raadsheer aan het hof kreeg hij hiervoor toestemming via een keure op 3 mei 1428. De tekst van de keure is bewaard gebleven dank zij de goede zorgen van Ferdinand Bayart, gedurende 58 jaar hoofdman van de schuttersgilde en tevens burgemeester van Beselare van 1836 tot 1886.
Het eerste doel van de schuttersgilde was krijgsmannen te oefenen ten dienste van de leenheer. Zij moesten kunnen ingezet worden bij oorlog of oproer. De heer van Beselare zorgde voor de uniformen, vrijstelling van belasting voor de (maximaal veertig) leden, de toestemming om na de avondklok nog op straat te komen en andere privilegies. In ruil stelden de schutters zich volledig te dienste van de heer. Vanaf het midden van de zestiende eeuw verloor de schuttersgilde haar militair karakter door de opkomst van het buskruit en het recreatieve aspect kreeg het hoofdaccent. De schuttersgilde had ook een uitgesproken religieuze dimensie (patroonheilige, sacramentsprocessies, ommegangen…) en een ornamentfunctie (ontvangst hoge gasten, optochten en stoeten).
Filip Van der Woestine kocht in 1669 de voorname herberg ‘’t Hof van ’t Schaeck’ (waar tot voor enkele decennia de herberg ‘In Japan’ in de Wervikstraat was). De gilde mocht de herberg inrichten naar eigen goeddunken als lokaal. Vele jaren was Ambrosius D’Hoorn uitbater van het lokaal en tevens bestuurslid van de gilde. De ‘gaaiperse’ stond achter de herberg langs ‘ den eerdewegh leedende vande doelen van de gulde van St.-Sebastiaan naer d’ hofstede vanden heer van Roncq’.
Barones Madeleine-Françoise de Troisbrèze schonk in 1674 een kostbaar Sint-Sebastiaansbeeld aan de gilde. Net vóór de Eerste Wereldoorlog stond het beeld in de kerk, hoog langs een zuil in de middenbeuk, achteraan langs de mannenkant. In 1765 kreeg de gilde van markies François Van der Woestine een uitzonderlijk mooi zijden vaandel. Dit vaandel evenals het St.-Sebastiaansbeeld en alle gildezilver gingen verloren in de oorlog.
Na de oorlog, in 1922 reeds, slaagden bakker Oscar Carrein, Marcel Cardoen, Theofiel Durnez en Hector Noppe er in, ondanks het zware labeur van de wederopbouw, de schuttersgilde her op te starten als allereerste in de frontstreek. Het nieuwe lokaal werd ‘In de Vrede’ in de Dadizelestraat en de perse werd heropgebouwd in de meers naast de herberg, op de pestels van de vooroorlogse Stenenmolen. Jozef Bayart was de hoofdman tot aan zijn dood in 1925. Marcel Cardoen volgde hem op.
In 1947 en 1953 werd de perse bijna totaal vernield in hevige stormen. Het was telkens bedreigend voor het voortbestaan van de gilde want de perse is het kostbaarste bezit. Gelukkig werden telkens helpende handen uitgestoken, vooral door de familie Bayart.
Tot 1980 beleefde de St.-Sebastiaansgilde een hoogconjunctuur. De inplanting van de nieuwe sociale woonwijk achter de Nieuwstraat, het bijhorend tennisterrein en een speelplein dicht bij de staande wip werden rampzalig voor de schutters. Bij de schietingen sneuvelden tientallen pijlen op de harde grond en de schutters raakten ontmoedigd en haakten de één na de andere af. De gilde stierf een stille dood. Hans Van Bockstael werd de laatste koning van de gilde.
Eind de jaren tachtig nam dezelfde Hans Van Bockstael het heft in handen om de schuttersgilde nieuw leven in te blazen. Samen met zijn vriend Dirk Lesage en André Vanbelle is hij er in geslaagd een nieuw succesrijk hoofdstuk te breien aan de rijke geschiedenis van de gilde. De nieuwe uitstekende accommodatie ‘De Kortekeer’ werd ondertussen in gebruik genomen en het accent werd verlegd naar de jeugd(opleiding). Zo is de toekomst meteen verzekerd.
Van 1 mei tot 3 mei 2003 is de schuttersgilde in feest voor het 575-jarig bestaan en de 50-jarige titel van Koninklijk. Te die gelegenheid wordt een speciaal kunstbord uitgegeven. In het OC Gelevelt loopt tezelfdertijd een tentoonstelling over sierborden en het huidig rijke gildebezit en -archief.
De Zonnebeekse Heemvrienden konden dit spraakmakend jubileum van één der oudste verenigingen van Vlaanderen niet zomaar laten voorbijgaan. Daarom werd het nr. 1 van jaargang 32 van hun tijdschrift ‘Zonneheem’ volledig aan de geschiedenis van de bloeiende schuttersgilde gewijd.
Wij wensen de Sint-Sebastiaansgilde Beselare een schitterend feest en ad multos annos.

Wat het kunstbord ons vertelt: de legende van sint-Sebastiaan


kunstbord

Het schenken van een sierbord is een oud gebruik bij de schuttersgilden, daarom verbaast het ons niet dat voor deze feestgelegenheid een nieuw bord door het gild van Beselare werd ontworpen.

Als dominerende figuur in het midden zien we St.-Sebastiaan. Deze heilige man – die zelf geen schutter was – was zeer geliefd bij de schutters, in het bijzonder bij deze met de handboog. We vinden hem al als patroonheilige te Ieper in 1302 en te Kortrijk in 1423.
De mannen met de kruisboog houden meer van St.-Joris.

Sebastiaan was, na zijn dood als martelaar, algauw een onderwerp van discussie. In die tijd – we spreken van de jaren 300 – hield iedere stad eraan een heilige binnen haar stadspoorten te hebben, want die speelde de rol van voorspreker in de hemel bij ziekte, gevaar en ongelukken. Drie steden deden op hem beroep: Narbonne (Frankrijk) zijn vaders stad waar hij geboren is; Milaan (Italië) de stad van zijn moeder, waar hij zijn opvoeding kreeg en tenslotte Rome waar hij de marteldood stierf.

Het jaar van zijn geboorte is onbekend. Er waren toen nog geen parochieregisters. Dat was trouwens onmogelijk, want het grote Romeinse rijk werd bestuurd door de keizers van Diocletanus en Maximanius, die aartsvijanden waren van de volgelingen van de nieuwe leer van Jezus Christus. Sebastiaan, die ondertussen verhuisd was naar Rome, was er in de keizerlijke officierschool een uitstekende leerling. Hij was echter ook een diepgelovige christen, maar dat wisten de keizer en zijn omgeving niet. Integendeel, de hogere legerleiding was zo tevreden over hun bekwame en intelligente rekruut, dat hij, na zijn opleiding benoemd werd tot hoofdman in het eerste legioen. Een grote eer! Maar Sebastiaan ijverde in ’t geniep om zijn christelijke overtuiging te kunnen doorgeven aan anderen. Korte tijd daarop verichtte hij onverklaarbare wonderen, zodat velen hem kwamen opzoeken. Doch niets blijft verborgen, en Diocletanus ontbood zijn hoofdman en vroeg hem of het waar was dat hij de Romeinse goden vurig bestreed. Toen Sebastiaan daarop met overtuiging “ Ja” antwoordde, werd hij op slag gearresteerd, op de markt tentoongesteld met een plakkaat om de hals, met daarop de woorden “Ik ben een christen”. Dan werd hij door de schutters van de keizerlijke wacht, buiten de stad gebracht, aan een boom vastgebonden, en… zo staat er in de kronieken: “sij schoten soo veel pijlen op hem, dat sijn heyligh lichaem niet en scheen te sijn een lihaem van eenen mensch: maer meer van eenen egel”.
Sebastiaan werd voor dood achtergelaten. Maar zijn hart en zijn hoofd waren niet geraakt. Toen ’s avonds Irene, een vrouwe, hem wilde losmaken en begraven, stelde zij vast dat hij nog leefde. Ze bracht hem naar haar woning en verzorgde hem. Na zijn herstel bleef Sebastiaan hardnekkig zijn geloof belijden en deed hij nog vele wonderen. Toen hij te weten kwam dat keizer Diocletanus op zekere dag door de hoofdstraat zou wandelen ging hij daar naar toe, begroette de hoge gezagsdrager en zei “Jezus heeft mij opnieuw het leven geschonken”.
De keizer was zo verbaasd dat hij in grote woede ontstak. Hij beval Sebastiaan te grijpen, naar de renbaan van het paleis te brengen en hem zolang met stokken te slaan tot hij de geest zou geven.
Daarna werd de vreselijk verminkte dode in een mestput gegooid.
Dit was op 20 januari 288 (wat nu zijn feestdag is).
De nacht daarop verscheen hij aan de heilige vrouw Lucina, en vroeg haar om zijn dood lichaam in de catacomben te begraven. En zo geschiedde…

……………………………

Het woord “schutter” is afgeleid van schutten, beschutten, wat betekent: beschermer, en dus niet van schieten. Denken maar aan het gezegde:”Veel hagen schutten veel wind” (…beschutten tegen veel wind)

Sebastiaan is ook de patroon tegen de pest. Omdat die pest de mens onvoorzien treft als een afgeschoten pijl.

……………………………….

Als we links naast Sebastiaan kijken, vinden we een schild met vijf kruisen. Eén groot kruis met op het einde van de armen een dwarsbalkje, en daarom genoemd “krukkenkruis”. Maar tussen die vier armen zijn er nog eens vier kleinere kruisjes geplaatst; deze verwijzen naar de vier versterkte plaatsen vanwaar men de krijgstochten organiseerde naar het graf van Jezus. Deze vijf kruisen samen vormen een wapenteken, dat de naam draagt “Jeruzalemkruis” en het symbool wordt van het koninkrijk Jeruzalem, en dat later het embleem het embleem of kenteken zal worden van het Heilig Graf.

Het ontstaan van deze orde, tijdens de eerste kruistocht, wordt toegeschreven aan Godfried van Bouillon, die verdienstelijke ridders beloonde door ze aan te stellen als bewakers van het Heilig graf.
Zonder twijfel beschikten deze orde-leden veelal ridders van adellijke afkomst – over groepen schutters die een beschermende functie hadden. Later zullen de schuttersgilden deze hoge eer beschouwen als een verworven recht en het Jeruzalemkruis op vlag, wimpel en penning laten afdrukken.
Het is verrassend dat dit heraldisch teken overal, zowel in Vlaanderen als in de Kempen, gebruikt wordt.

De ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem bestaat nu nog, ook bij ons, onder de naam Commanderij van België. Ze geven een tijdschrift uit onder de tittel “Deus lo vult” of in hedendaags Frans “Dieu le veut’ , de hoofdletters van de eerste kruistocht.

Aan de rechterkant van Sebastiaan zien we het wapenschild van de familie Van der Woestine, heren van Beselare. Het is dit schild dat later het schild van Beselare zal worden. Het is op de derde dag van mei dat Olivier I Van der Woestine van Filips de Goede de toelating en de keure bekomt om te Beselare een schuttersgilde op te richten.
Olivier I was de oudste zoon van Rogier en Elisabeth vander Gracht. Hij was ridder-raadsheer aan het hof van Filips de Goede, hertog van Bourgondië.

Onderaan het bord kunnen we de datum 1428 lezen, en weten we waarom de gilde dit jaar met grote feestelijkheden het verwerven van deze keure viert!

2003 Opnieuw Kampioen van het Zuid-Westland

Na het binnenhalen van de titel in 2002, mocht de winnende ploeg de finale organiseren op eigen bodem. Beselare werd reekshoofd in reeks A. Met een resultaat van 47 en 52 punten werden ze groepswinnaar en plaatsten ze zich voor de finale. In de finale heeft men slechts 15 ronden om een zo hoog mogelijk aantal punten neer te halen. Op een volle wip blokvogels slaagde de ploeg erin om niet minder dan 53 punten te schieten, een record! Met dit puntenaantal werden ze nooit meer bedreigd en werden ze voor de tweede maal kampioen van het Zuid-Westland. Als afgevaardigde mocht Freddy Desmet het grote kunstbord in ontvangst nemen.

2007: Nieuw gildenpatrimonium 29.04.2007

Bedankt aan alle gastsprekers!

Na al die lovende woorden heet ik op mijn beurt iedereen welkom, voor ons Gild is jullie aanwezigheid een opsteker. We zijn dan ook heel fier op het initiatief dat we genomen hebben… Velen kennen de oude gebruiken van onze gilden niet.

Wanneer leken de breuken zien is de eerste reactie… “amaai sjiek”! Tweede opmerking… “en dat kost veel geld zeker”… Dan zeg ik “ja inderdaad”…… Maar wij hebben die keuze gemaakt, wij willen iets TASTBAARS kunnen doorgeven om het verdere bestaan van de gilde te vrijwaren.

Als iedereen deze gedachte deelt, zit je dan automatisch met een goede jeugdwerking die niet gebaseerd is op competitie, maar gezellig samen de schuttersport beoefenen. Geloof me, het sociale contact tussen jong en oud doet soms wonderen.

Ik wil dan zeker de mensen bedanken die ons project financieel hebben bijgestaan.
– Eerst en vooral ons gemeentebestuur, dat heel goed zorgt voor zijn eeuweling.
– De Federatie van de Vlaamse historische schuttergilden die ons ook nauw aan het hart ligt en de doorslag heeft gegeven om te gaan investeren in een blijvend patrimonium.
– Alsook de Cera vennoten die ons project heel uniek vonden en geholpen hebben om dit alles te financieren.
Zonder deze steun was dit niet mogelijk geweest…

Dan mogen we nog niet vergeten dat het graveerwerk handmatig werd verricht en helemaal gratis door onze vriend Frans Goderis.

Er wonen mensen van goud in Beselare.

Wie ik ook oprecht wil bedanken, zijn de aanwezige gilden, want vandaag zijn wij hier samen om in broederlijkheid en eer te brengen niet aan onze gilde maar… aan alle gilden.

Niet competitief maar als één familie… met als naam … de schuttersgilden… van mij mogen ze de noemer… de schuttersgilden… gerust zoals de heren van adel met een kleine d schrijven… Want, wees eens eerlijk, welke van de nu populaire sporten heeft zo een rijke folklore en wie doet het ons, de schuttersgilden… na? Onze gebruiken zijn historisch.

Wij hadden dan ook gevraagd om indien het mogelijk was, vlag en of breuk mee te brengen… Wel heren schutters, als ik hier nu alles bij elkaar zie, kan ik maar zeggen: “wij doen dit veel te weinig”. We mogen allen best fier zijn en als gilden zijn we dichter bij elkaar als wij SAMEN, in één richting kijken. Geen concurrenten, maar samen sterk voor onze gilden en onze sport! Ze moeten allemaal blijven bestaan.

In het najaar als alles goed verloopt, is er een academische zitting voorzien, die in samenwerking gaat met Oswald Maes en de heemkundige kring van Zonnebeke en het belooft… We gaan er jullie dan ook heel graag op uitnodigen.

Ons idee was om hier vandaag, ter gelegenheid van ons zilver, een mooie kleurrijke familiefoto van de schuttersgilden en zijn genodigden te nemen. We vragen dan ook dat iedereen hier aanwezig (met uitzondering van de fotograaf natuurlijk!) mee plaats neemt ginder waar de stoelen al klaar staan.

We hebben een kleine structuur in de opbouw van de foto gestoken om hem maximaal tot zijn recht te laten komen. Eerste rij staat op de stoelen vermeld. Tweede rij de breuken, verdeeld met genodigden over de ganse breedte, dus niet alle breuken bijeen om de foto overal boeiend te maken… De achterste rij zal je zien staan op de stoelen, waar je recht op mag staan. Vlaggen zijn ook over de breedte verdeeld. De tussenpersonen helpen de vlag deels open houden… Na de foto bieden wij jullie graag een receptie aan en klinken we op het voortbestaan van alle schuttersgilden.

Ik dank u.

groepsfoto Kortekeer

2006 en 2007 opnieuw raak in ’t Zuid-Westland

Koninklijk schuttersgild opnieuw een maatje te groot (krantenknipsel)

Op domein de Kortekeer werd er gestreden voor de titel van ’t Zuid-Westland. De ploegen die na schiftingen een ticket voor de finale konden verzilveren mochten zich meten met elkaar, één ploeg uit stuurde zijn kat. De ploeg uit Beselare, die de finale vorig jaar won moest het tornooi openen. Met regelmaat vielen de vogels en werd er een totaalscore van 47 punten op het bord gezet. Een moeilijke opdracht voor de andere finalisten. De ploeg uit Diksmuide strandde op 43 punten.

Maar het venijn zat hem zoals altijd in de staart, de ploeg uit Stavele kwam nog dicht bij met een totaal van 45 punten en werd tweede. Het verbond dat dit jaar zijn 75ste verjaardag viert overhandigde het fel begeerde kunstbord aan de overwinnaars. We vroegen aan het koninklijke gild wat hun geheim was: “Bij ons heerst er geen drang om te winnen, de vriendschap ondereen is onze grootste troef. Als je dan nog het geluk hebt om over een team, van goede schutters te beschikken, sta je zonder enige vorm van stress onder de wip. De overwinning is aardig meegenomen, maar we gunden ze evengoed aan onze tegenstrevers”, aldus de hoofdman Hans Van Bockstael.

Hans Van Bockstael koning van West-Vlaaderen

Al voor de 4e keer werd de koningschieting van West-Vlaanderen georganiseerd. Er daagden een 70-tal schutters op voor de fel begeerde titel. Het was hoofdman Hans Van Bockstael die de vogel met drie pijlen twee maal deed tuimelen. Meteen was de nieuwe koning gekend!

Verdienstelijke leden Patrick en Franklin 30 jaar schutter

Beste leden schutters en vrienden al te gare, Ge weet als de breuken naar buiten dat het gilde in feest is… vandaag gaat het hier over twee schutters, niet zomaar schutters, maar leden die zich altijd inzetten voor het gilde… We hebben er nog velen zoals Gilbert die iedere week op post is aan zijn bord, de vrijdag voor de potjesschietingen, Marnick onze secretaris, penningmeester, bestuursleden en leden die gaan uitschieten… enz enz Maar vandaag gaan we het ne keer hebben over de twee jubilarissen Patrick en Franklin 30 jaar schutter…

Ik heb ze weten beginnen, want ik ben zelf al 37 jaar schutter. En ik moet zeggen, ik kende toen Franklin wat beter dan Patrick…

Later leerde ik ook Patrick kennen… Patrick werd door mij gevraagd voor ons bestuur, en Franklin krijg je er dan bij voor de helpende hand. Patrick heeft zich ontfermd zich over onze toog…. Ik heb het jaren gedaan met Freddy dus we weten heel goed wat het is… Als je je engageert om den toog te doen, is dat niet alleen bestellen… Dat pintje moet ook nog fris gestoken worden en die kaas en hesp geraakt ook niet vanzelf in de croque-monsieurs. Er zijn dus veel “voorafjes” en “achternaatjes” aan. Ik vind het dus meer dan normaal dat iedereen zijn drank tijdens de ledenschietingen zelf komt bestellen aan de toog, zo verlichten we het werk van de mensen die zich inspannen…

Franklin echter, zit niet in het bestuur, maar hij is er altijd om te helpen waar het kan… en dat is ook ne ferme opsteker, en we hebben er nog zulke leden… En ook de nieuwe generatie die zich aanbiedt… Ik ga ne keer kijken naar Sebastiaan -hij heeft zijn naam al meegekregen ook- want als ik zie hoe hij met de jeugd werkt, awel chapeau!… Ik wil dan ook ne keer van onze gildenleden een applaus vragen voor Patrick en Franklin, voor alles wat jullie hier in de voorbije jaren al presteerden. Voor onze gilde zijn jullie voortrekkers en ik zou jullie niet meer kunnen missen hier… Hier zijn jullie thuis want wij zitten tenslotte ook in de Geluveldse bossen…

Wat voor mij het belangrijkste is, is dat jullie plezier beleven als we hier zijn… Ook sportief gaat het jullie voor de wind… Het zijn stuk voor stuk goeie schutters en mede dank zij jullie inbreng werden we reeds drie maal kampioen van het Zuid-Westland. Het is zo moeilijk om een gepast cadeau te geven, maar we hebben dan toch het geluk gehad om iets te vinden dat past om te geven aan een jubilaris. Voordat het overhandigd wordt door onze secretaris en de penningmeester, wil ik jullie bedanken in naam van alle leden voor de schone schieting dat jullie geven. En gaan we op een ludieke wijze eer brengen aan uw dertig jaar schutter…

Gildendag te Ieper 30 september

Op 30 september nam onze gilde deel aan de gildendag te Ieper. Met een zeventigtal leden in kledij mochten we de stoet openen. Samen met onze tamboer en vendeliers trokken we door de Ieperse straten. Onze gilde, die ook betrokken was bij de organisatie van deze dag, stond ook in voor de tentoonstelling van 1000 West-Vlaamse borden. De collectie van Patrick werd dan ook van over het ganse Vlaamse land gekeurd. Voor de opmerkelijke inzet voor de gildendag kregen Patrick Syx en hoofdman Hans Van Bockstael een gouden dasspeld van de voorzitter van de Europese Federatie. Proficiat!

2008 Sammy Nuytten keizer

2008 Schuttersgilde 580 jaar jong

Geachte gildenbroeders, heer burgemeester en schepenen, leden sympathiserende gilden, geachte genodigden,

Welkom op deze voor het gilde heugelijke jubilee… Vandaag zijn we dag op dag 580 jaar jong. Mijn lidmaatschap aan deze gilde bedraagt al 38 jaar, waarvan op heden 18 jaar als hoofdman van de Heselaarse Sint- Sebastiaansgilde.

In mijn speurtocht naar het verleden en ontstaan van onze gilde is me in de stichtingskeure, die bekrachtigd werd op 3 mei 1428, iets opgevallen en heel goed bij gebleven… Ik citeer even de keure gericht aan Philips de Goede: “an al diegenen die deze brieven zullen zien laten weten: dat vanwege onze welbeminde heer Olivier van der Woestine, heer van Beselare, jonkheer, ons ootmoedig uitééngezet werd dat er in zijne gezegde heerlijkheid van Beselare, verscheidene behendige gezellen waren, bekwaam en zeer bedreven in het spel met de handboog. “Het spel met de handboog”… het boogschieten had dus niet alleen een beschermende rol voor de heerlijkheid, maar werd ook aanzien als vermaak tijdens feesten…
Dit maakt heden ten dage nog altijd ons gilde sterk, “het spel met de handboog en het vermaak als gildenbroeders”…”

Dat is ook een van de redenen waarvoor wij onze voorgangers erg dankbaar zijn… of zij het nu goed of slecht hebben gedaan, laat ik terzijde, wie ben ik om daar over te oordelen, het is toch mede dank zij hen, dat wij jullie vandaag op deze heugelijke dag voor onze gilde kunnen uit nodigen om mee te vieren… wij zijn ervan overtuigd dat, om op een ontspannen manier uw welgeliefde handboogsport te beoefenen er vriendschap moet heersen… het moet plezant zijn en zo weinig mogelijk competitie ondereen. Ook tussen jong en oud moet het klikken…

Ik heb zo een kleine anekdote… Bij ons zitten er ook wat jonge bengels waar we heel trots op zijn… zo kwam een van onze jongste snaken -toen negen jaar geloof ik- op mij afgestapt en vroeg me of ik met hem een weddenschap wilde afsluiten… Benieuwd naar wat hij me zou vertellen stemde ik toe… Hij toonde me 10 cent, en vertelde dat dit nog het enige geldstuk was dat hij op zak had, en wilde die graag tegen me inzetten… ik ging akkoord… hij voorspelde me dat hij mijn drankje zou opdrinken, zonder dat ik het zou zien… benieuwd hoe hij dat ging klaren wachtte ik af… Hij nam mijn frisdrankje en dronk het op en zei dan… “oeps je hebt het gezien”… awel zei hij, “ik ben verloren, maar ik had dorst en heb wel je drankje voor maar tien cent kunnen opdrinken…”

Zo zie je maar… het moet ook plezant zijn…..Bij ons kan dit nog allemaal…. Sport en spel, het vermaak in het gilde… jong en oud heel belangrijk !!!… wie anderen respecteert, krijgt dat terug zelfs van de aller jongsten…

Sportief en competitief gaat het ons Gilde nogal voor de wind, maar we willen hier even onderstrepen, voor ons is dit niet belangrijk. De waarden van onze sport hoog houden en verder blijven bestaan. Dat is onze drijfveer…wat ik aan de afgevaardigden van de aanwezige gilden wil meegeven. Wij zijn geen concurrenten voor andere gilden, maar gewoon gildenbroeders die best fier zijn op hun oorsprong en hun geliefde handboogsport.

Wel houdt ons bezig, en we zijn er ons van bewust, dat de meeste gilden in een tijdspanne van nog tien jaar elkaar hard zullen nodig hebben… In vele schuttersgilden haalt vergrijzing de bovenhand, het is dus voor sommigen 5 voor 12 en heel wat werk aan de winkel.

Om dergelijke problemen tegen te gaan, werd het West-vlaamse jeugdcriterium mede in onze schoot geboren in samenwerking met Ieper Willem-Tell en Ieper Sint-Sebastiaan. Dit initiatief had aanvankelijk veel tegenwind… Maar het been werd stijf gehouden, en intussen is het tornooi aan zijn zeventiende jaargang toe en is gegroeid tot misschien wel het sterkste criterium van het land…

We zijn ook mee met onze tijd, we beschikken over een prachtige website. Graag bedank ik mijn dochter Charlotte voor de vele uren werk die zij in de site steekt…

Heden ten dage telt onze Gilde een 70-tal actieve leden met een gemiddelde leeftijd van… 35 jaar. Namens mijn raad en onze Gilde, alvast bedankt dat jullie erbij zijn, geniet van deze voor ons bijzondere avond…

Dan geef ik nu graag het woord aan onze erevoorzitter, de heer Burgemeester Dirk Cardoen.

(Hans Van Bockstael)

Kampioen Zuidwestland 2007, 2008, 2009

Beselaarse ploeg: keizers van het verbond 2009

20 Jaar Hoofdman – 40 jaar schutter

Op 21 augustus werd het jaarlijkse feest georganiseerd op de Kortekeer. Hans Van Bockstael, 20 jaar Hoofdman en 40 jaar schutter werd door de gouverneur van West- Vlaanderen Paul Breyne in de bloemetjes gezet en kreeg het ereteken van de gilde. Ook de verdienstelijke bestuursleden Freddy Desmet (20 jaar lid, 15 jaar bestuurslid) en Sammy Nuytten (15 jaar bestuurslid) kregen een ereteken opgespeld, samen met de jubilarissen André Vanbelle, Roger Dufour, Tony Delvoye, Pedro Desmet en Rosa Verschoot, 20 jaar lid van de gilde.

2011 – Schuttersgilde brengt hulde aan 150 jaar “Warden Oom”

In 1861 werd de volksschrijver Warden Oom geboren. Dit jaar staat het kunstbord in het teken van 150 jaar Warden Oom. Rudy Savels (Sint -Sebastiaan Eernegem) werd op domein de Kortekeer koning van West-Vlaanderen, en mocht zo het bord in ontvangst nemen.

1983 – 1990

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *